Sinds 2015 betalen tuinders die buiten de gemeente Ouder-Amstel wonen jaarlijks forensenbelasting. Tot eind 2022 lag deze belasting tussen de €60 en €70 per jaar. Daarna kondigde de gemeente aan om dit tarief in vier stappen aanzienlijk te verhogen. Inmiddels zijn voor de jaren 2023, 2024 en 2025 de tarieven vastgesteld op respectievelijk €108,73, €151,43 en €193,60. Hoewel meerdere raadsleden in december 2023 aangaven dat daarmee eigenlijk wel de grens bereikt is, staat er nog steeds een laatste verhoging voor 2026 gepland.
Algemeen bezwaar tegen de forensenbelasting en de verhogingen
De Bond is namens alle tuinders die bezwaar maakten tegen de forensenbelasting 2023 naar de rechtbank gestapt. Helaas heeft de rechtbank dit beroep op 26 mei 2025 met minimale motivering ongegrond verklaard. Daarnaast heeft werkgroep De Groene Kern, gesteund door de besturen van de vier tuinparken, ook politiek actie ondernomen. Zij stuurde brieven naar de raadsleden en sprak in tijdens de commissievergadering op 10 december. Dankzij deze inspanningen kwamen er kritische vragen vanuit de raad en werd de forensenbelasting voor het eerst besproken in de raadsvergadering van 12 december, in plaats van als hamerstuk behandeld.
Uiteindelijk heeft de gemeenteraad op 13 december 2024 toch unaniem ingestemd met het tarief van €193,60 voor 2025, ondanks enkele kritische opmerkingen van raadsleden.
De komende tijd blijft er onzekerheid bestaan over deze belasting. Juridisch is nog niet duidelijk of deze forse verhogingen houdbaar zijn. De Bond is in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak over het tarief van 2023, de uitkomst van deze procedure zal waarschijnlijk wel zes maanden of langer op zich laten wachten. Daarnaast is de Bond dit jaar namens alle tuinders in bezwaar gegaan tegen de verhoging die bij de aanslag over 2024 is doorgevoerd. Het is ook nog wachten op een beslissing op dit bezwaar.
Individueel bezwaar tegen de forensenbelasting
Naast de twijfels over de rechtmatigheid van de tariefsverhogingen is er twijfel over wanneer een tuinhuis als gemeubileerde woning (volgens artikel 223 van de Gemeentewet) kan worden gezien. Mogelijk mag een tuinhuis zonder elektriciteit en/of warm water helemaal niet belast worden. Volgens vaste rechtspraak moet de woning geschikt zijn om enigszins duurzaam voor menselijke bewoning te dienen. Ook als een huisje grondig verbouwd wordt of als deze gedurende het seizoen is overgenomen en het dus minder dan 90 dagen beschikbaar was, is er geen grondslag om deze belasting te hebben.
Het blijft daarom verstandig om bezwaar te maken zodra u de aanslag ontvangt, vooral wanneer uw tuinhuis mogelijk niet voldoet aan de criteria voor een gemeubileerde woning. De besturen van de volkstuinparken zullen, in samenwerking met de Bond, model-bezwaarschriften blijven aanbieden om tuinders hierbij te ondersteunen.
We houden u op de hoogte zodra er nieuwe ontwikkelingen zijn.
Meer achtergrondinformatie is te vinden in deze documenten:
